Kennismaken met de nieuwe Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs

Op 17 januari organiseerde het ministerie van OCW een kennismaking met Dennis Wiersma, Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs. Hij wilde via een interview waarbij geïnteresseerden vragen konden stellen via de chat, kennismaken met het werkveld, vertellen over zijn speerpunten en zijn oor te luister leggen bij wat wij als docenten, decanen, OOP’ers, studenten, leerkrachten, oudergroepen en nog veel meer, urgent vinden in het onderwijs.

Met zoveel meningen, vragen en belangen, is het natuurlijk ondoenlijk om overal in een kleine vijfendertig minuten op in te gaan. Uiteraard was er aandacht voor het lerarentekort. Hoe deze op te lossen, hoe er plannen gemaakt moesten worden voor de lange en korte termijn en welke maatregelen de acute problemen zouden helpen. Zo sprak de minister over de combinatie van ambtenaar zijn en voor de klas staan, de mogelijkheid om nu te kijken naar eventuele zij-instromers vanuit het bedrijfsleven en andere sectoren om de crisis op te lossen.

Ook werd er gesproken over de NPO-gelden en ging de minister in op de vraag hoe tijdelijk ‘tijdelijk’ eigenlijk is. Hij begrijpt dat sommige scholen vooral tijd en niet alleen geld nodig hebben, dat personeel ook met een zak geld niet uit de lucht komt vallen en dat de restricties ervoor zorgen dat duurzame inzet van meer personeel eigenlijk onmogelijk is. De minister erkende de moeilijkheden en zou er met het werkveld verder over praten.

Er kwamen vragen voorbij in de chat over de integratie van het GVO in het VO, over het gelijktrekken van de lonen tussen het PO en het VO, over de examens en hoe de minister denkt echt slagen te kunnen maken in deze beleidsperiode. Wat me vooral opviel is dat minister Wiersma benaderbaar was. Hij stelde zich open voor vragen, uitnodigingen, probleemschetsen en vroeg aan de aanwezigen om hem vooral te voeden met verhalen, zodat hij daar beleid op kan (trachten) aan te passen. Het regende vervolgens uitnodigen om vooral op school X/Y/Z te komen kijken.

“Vonkjes die op de loopbaan van de leerling ontstoken worden door ervaringen.“

vonkjes die op de loopbaan van de leerling ontstoken wordenVanuit loopbaanperspectief wil ik deze minister het voordeel van de twijfel geven. Hij is zelf stapelaar en onderkende het belang van het krijgen van kansen en tijd om te rijpen. Dat voorspelt goede dingen voor bijvoorbeeld het doorstroomrecht, de aansluiting van het vernieuwde vmbo op de havo en de doorlopende lijn mbo-hbo-wo. Wat ik mooi vond is het verhaal over de vonkjes die op de loopbaan van de leerling ontstoken worden door ervaringen. Jammer dat hij het advies in zijn schooltijd van de mentor kreeg en de decaan onbesproken bleef, maar hé, je kunt niet alles hebben ;-).

Waar ik de minister mee bestookt heb in de chat?

  • Vragen over het verduidelijken van het doorstroomrecht (er zitten nu hiaten in rondom de profieleisen en de doorstroom)
  • Zorgen over de aansluiting van het vernieuwde vmbo richting de havo straks, omdat er een AVO-vak lijkt te gaan ontbreken (dit hangt samen met het doorstroomrecht straks)
  • Voorstel voor het schrappen van het instellingscollegegeld voor een tweede studie. Op die manier kun je makkelijker blijven leren, ontwikkelen en ben je flexibeler op de arbeidsmarkt, zonder je direct voor tienduizenden euro’s collegegeld in de schulden te hoeven steken.
  • De rol van LOB in de havo en het vwo. Trek eisen gelijk met het vmbo en zorg ook dat vervolgopleidingen verder gaan waar de leerling gebleven is. Niemand is gemotiveerd om lesstof weer op punt 0 te beginnen, terwijl je zelf in je loopbaanontwikkeling al verder bent.

Er is toegezegd dat de minister de chat integraal opgestuurd zou krijgen. Ik heb dus stiekem goede hoop dat het in ieder geval op zijn netvlies komt zodat hij kan leren uit het werkveld. Iets met zijn term “leerontwikkelingsgerichtheid”. Als er iets zich richt op ontwikkeling, is het LOB wel. Succes minister!

 

© 2022, Wendy Kers, De Wereld Van LOB